Eeuwig Slijk
eerder was ik al
in deze gerekte smalle tuin
smult een kind sneeuw
van de vijverspiegel
poes heeft er de partituur
van een spasmische paso doble geprent
een boze jongen kapt
de stam van een pijnboom
zonder naalden boort
hem als as vast
dwars door de stuurloze globe
een gebogen man spiedt
naaktslakken zij slepen
een zilveren draad
over half aangevreten
rijpe appels in het gras
achterin wacht opa
onder de haperende
vocalise van een ijsvogel
die pikt naar kikkervisjes
tot het verdwaalde beestje
zich eindelijk verslikt